6 DECEMBER 1934
577
Slagersvereeniging; men moest daarom een overgangstijdperk
in de verordening opnemen.
De heer KOOIjMAN heeft tot zijn verwondering gezien,
dat er in het voorstel van Burgemeester en Wethouders een
ander terrein wordt aangewezen dan waarover de Slacht
huiscornmissie is gehoord. Desniettegenstaande staat er toch
in dat voorstel, dat de Slachthuiscommissie zich daarmede
vereenigen kan.
De VOORZITTER zegt, dat in de vergadering van de
Slachthuiscommissie, waarvan ook hij deel uitmaakt, terloops
over de aanwijzing van een terrein elders is gesproken. Een
advies dienaangaande is door de Commissie niet gegeven.
Zonder verdere opmerkingen wordt daarop con
form het voorstel van Bugemeester en Wethou
ders besloten.
54. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wij
ziging van de verordening op de heffing van rechten voor
het Openbaar Slachthuis, luidende als volgt:
Zooals Uwen Raad bekend zal zijn, is Maandag 12 No
vember j.l. vanwege de Regeering opnieuw overgegaan tot
„het inblikken van vleesch Er bestaat gegronde verwachting,
,,dat op het slachthuis alhier daartoe gemiddeld 300 a 400
„runderen per week zullen worden geslacht en zulks gedu
rende ongeveer 17 weken, indien het althans de „Hero" en
„de „Merka" mogelijk is afslachting op een voor haar loo-
„nende wijze voort te zetten.
„Doordat de vergoeding per blik, die door de „Hcro" en
„de „Merka'' van het Rijk wordt ontvangen, geringer is dan
„bij de vorige afslachting, blijkt het bezwarend de heffing
„voor deze z.g. crisisrunderen te handhaven op het bij
„wijziging van de desbetreffende verordening onlangs vast
gestelde bedrag van lj/j cent per Kilogram. De onderhan-