578 6 DECEMBER 1934 „delingen ten deze hebben tot overeenstemming geleid in „dier voege, dat voor elk geslacht dier, ongeacht het gewicht, „f2.25 kan worden betaald Wij zijn van meening, dat bij „een dergelijke heffing de afslachtingen voor het slachthuis „nog loonend zijn Het zou te betreuren zijn. indien de baten, „die uit deze crisisslachtingen voor het slachthuis kunnen „voortvloeien, het slachthuis niet zouden toevallen, doordat „de hoogte van de heffing de gegadigden zou beletten tot „inblikken over te gaan. In verschillende gemeenten zijn „trouwens den laatsten tijd de keurloonen voor deze afslach tingen verlaagd en in verschillende gevallen beneden het „bedrag gebracht, dat hier wordt voorgesteld. „Tegenover deze tegemoetkoming staat, dat de gega digden hebben toegezegd voor hun werkzaamheden in „deze in hoofdzaak Bredasche werklieden aan te nemen en „personeel ter beschikking van het slachthuis te stellen, dat „zal helpen bij het schoonmaken van de ruimten, voor „zoover de crisisslachtingen buiten den normalen werktijd „zullen plaats hebben. „Aangezien deze aangelegenheid echter slechts voor de „huidige periode van crisisslachtingen te overzien is, komt „het ons niet raadzaam voor, deze heffing van 2 25 per „dier onbeperkten geldigheidsduur te verleenen. Mocht zich „in de toekomst nog een 3e periode van crisisslachtingen „voordoen, dan zou het mogelijk kunnen zijn, dat de heffing „van 2.25 niet voldoet. Om alsdan niet gebonden te zijn „aan een vaststaand tarief en de zaken weer opnieuw te „kunnen beschouwen, is het beter dit tarief na afloop van „deze periode te doen vervallen. De wijziging der veror dening is dienovereenkomstig geredigeerd. „De slachthuiscommissie kan zich met een en ander vol- komen vereenigen. „Wij hebben derhalve de eer U voor te stellen de veror-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 578