6 DECEMBER 1934 579 „dening op de heffing van rechten voor het Openbaar „Slachthuis te wijzigen als in bijlage dezes is aangegeven." Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 55. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het vaststellen van een" nieuwe verordening op de winkelsluiting, met een adres ter zake van diverse winkeliers. Dit voor stel luidt: „Ingevolge artikel 2 der Wet van 27 Juli 1934 (S. 450) „houdt de Winkelsluitingsverordening 1933 (G. B. no. 561') „op te gelden uiterlijk op 15 April 1935. Er zal vóór dien „tijd dus een nieuwe verordening in werking moeten zijn. „Bij het samenstellen van bijgaande ontwerp-verordening „is rekening gehouden met het feit, dat de bestaande veror dening eerst onlangs, n.l. in September 1933, is vastge steld en toentertijd terdege en van alle zijden is bezien. „Dit feit brengt mede, dat het niet noodig kan worden geacht „veel aan den bestaanden toestand te veranderen. De her ziening behoort eén jaar na de vaststelling een technische „herziening te blijven. Er hebben zich nagenoeg geen „omstandigheden voorgedaan, waaruit zou blijken, dat de „bestaande verordening niet voldeed. Met gebleken onjuist- heden als te vroegtijdige sluiting op de Kermisdagen en te „beperkte openstelling op den Zondag van Stillen Omgang „is overigens rekening gehouden. Artikel 1 der bijgaande ontwerp-verordening heeft be trekking, op de in de raadsvergadering van 10 October „j.l. afgelegde verklaring involge artikel 5 der Wet van „27 Juli 1934 (S. 450). Deze verklaring staat los van de „verordening. De rechten, die daaruit voor de betrokken „winkeliers voortspruiten, behoeven dus niet in de veror dening te worden vastgelegd. Terwille van de overzichte lijkheid worden in artikel 1 wel de openingsuren, die in de „verklaring zijn vastgelegd, overgenomen. Echter wordt een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 579