582 6 DECEMBER 1934 zoo'n filiaal, dat de uren kiest van 2 tot 8, dan is men als winkelier gedoemd hetzelfde te doen en zoodoende.is men den geheelen Zondag gebonden. Nu vraag ik mij af: Is de Winkelsluitingswet alleen ge maakt voor het personeel of mag de middenstander i.e. de winkelier daarvan profiteeren? Wat betreft de handteekeningen, welke onder het adres aan den Raad zijn geplaatst, deze kan men niet ,,au sérieux" nemen: Jan heeft geteelcend omdat Piet het heeft gedaan; een derde heeft geteekend omdat de uren beter schikten voor zijn huisgezin enz. Zeer zeker zijn er enkele adres santen, voor wie het wenschelijk is vrij te blijven in de keuze der openingsuren, doch het belang van den enkeling weegt toch niet op tegen het algemeen belang. Het bezwaar, dat men het artikel chocolade e.d. ook in de bioscopen kan be trekken is wel overwegend, doch dit bezwaar geldt ook voor den sigarenwinkelier. Deze moet om twee uur sluiten, terwijl er wel niemand gevonden zal worden, die de sigaren en cigaretten zal willen betalen, welke na twee uur buiten de automaten worden verkocht in café's, restaurants enz. Ik stel daarom voor, de bestaande verordening op de win kelsluiting te blijven handhaven: mocht dan na verloop van tijd blijken, dat de uitvoering daarvan werkelijk bezwaren met zich brengt, dan ben ik bereid zoo noodig, mede te wer ken tot verbetering. De heer LOONEN vraagt den heer E m m e 1 k a m p, of het dan eerst zoover moet komen, dat het debiet van vele winkeliers sterk achteruitgegaan is? Men kan toch beter trach ten de zaak nog op tijd te redden. De Regeering is voor den drang der tijdsomstandigheden gezwicht; laten wij dus, als wij ook willen helpen, het dan goed doen en de betrokken winkeliers de keuze laten tusschen gefixeerde uren. zooals Burgemeester en Wethouders voorstellen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 582