584
6 DECEMBER 1934
wat de Raad toen niet wilde, stellen Burgemeester en Wet
houders thans weer voor.
Mijnheer de Voorzitter, ik hoop en vertrouw, dat de
Raad van minder veranderlijkheid blijk zal geven dan het
College.
Een enkel woord over de principieele zijde van dit voor
stel. Practisch zou het nu zco worden, dat te Breda de bakkers
winkels op Zondag geopend zijn van 11.'8 uur. Dat niet alle
winkels tegelijk open zijn, doet daaraan niets af. Voor de
betrokken winkeliers beteekent het niet meer werkuren, maar
voor den Raad wil het zeggen, dat hij als overheid goedkeurt,
dat de rust van den Zondag weer met drie uur wordt inge
krompen. Den vorigen keer ging het om twee. thans om drie
uren.
Ook het sociaal belang, dat hierdoor voor het personeel de
Zondag om twee uur 's middags kan eindigen, moet niet wor
den vergeten. En dat voor een regeling, die de organisaties
der bakkers niet noodig achten. Ik kan mij met dit voorstel
niet vereenigen en heb daarom de eer voor te stellen, in arti
kel I, sub 2, onder e te doen vervallen de woorden: „of wel
van 14 tot 20 uur naar keuze van den betrokken winkelier."
De heer VAN ARENDONK wil even antwoorden op de
bewering van den heer Emmelkamp, dat de op het adres
voorkomende handteekeningen niet „au sérieux" moeten wor
den genomen, en op het betoog van den heer M a b e 1 i s,
die adressanten inconsequentie verwijt.
Alle de op het adres geplaatste handteekeningen zijn van
winkeliers, wier zaken des Zondags altijd van 48 uur ge
opend zijn geweest, daar ze in de nabijheid van bioscopen
zijn gelegen. Direct nadat het verzoek van Burgemeester en
Wethouders, om voorlichting, bij de organisaties was inge
komen, is men aan het werk gegaan, doch daar men niet
overal medewerking heeft ondervonden, is het adres te laat bij
Burgemeester en Wethouders ingekomen om op hun voorstel,
dat in de raadsvergadering van 10 October 1934 aan de orde