6 DECEMBER 1934 585 kwam, invloed uit te oefenen. Wel heeft men het adres toen nog staande die vergadering onder de raadsleden verspreid en heeft de heer Loonen een voorstel in dien geest gedaan, maar de Raad was nu eenmaal niet voldoende ingewerkt in deze materie en heeft toen het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van gefixeerde openingsuren voor brood- en banketbakkerswinkels aangenomen. Het adres heeft echter later weer een punt van bespreking uitgemaakt in de Commissie voor de Strafverordeningen en deze is daarbij tot de conclusie gekomen, dat men aan de wenschen van belanghebbenden tegemoet behoorde te komen, teneinde hun zooveel mogelijk bestaansmogelijkheid te geven. Burge meester en Wethouders hebben zich daarmede accoord ver klaard; zij stellen derhalve voor, de banketbakkerszaken de keuze te laten tusschen de uren 115 en 28; dit laatste met het oog op den aanvang der theaters. De heer COHEN zegt, dat hij geen bewonderaar is van het des Zondags geopend zijn van winkels; hij heeft zich te dien opzichte reeds op 10 October j 1 uitgeven, toen de Raad gevolg gevende aan den wensch van het meerendeel der winkeliers, zich heeft uitgesproken voor vaststelling van gefixeerde openingsuren. Nu komen andere winkeliers ons zeggen, dat zij daarvan enorme schade ondervinden. Spr. acht zulks op dit oogenblik nog niet te beoordeelen. Hij sluit zich dan ook aan bij het voorstel van den heer Emmelkamp van wien men mag aannemen, dat hij in deze bij uitstek des kundig is om de bestaande verordening op de winkel sluiting te handhaven totdat na verloop van tijd mocht blij ken, dat daaraan ernstige bezwaren kleven. Den heer BROOS heeft het voorstel van Burgemeester en Wethouders ook ten zeerste bevreemd. Belanghebbenden hebben twee maanden tijd gehad om over de zaak te denken en nu komen ze te elfder ure met een adres bij den Raad, dat dezelfde strekking heeft als het voorstel-L o o n e n, het-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 585