592 6 DECEMBER 1934 „Ware de voorgestelde regeling in 1933 reeds ingevoerd „dan zou betaald zijn: „2342 X 288 M3 674496 X 10 cent 67449.60 „het overige: 720600 674496 46104 X 5 ct. 2305.20 „Totaal 69754.80 „De opbrengst zou dus met 2305.20 verminderen. Hier tegenover staat: „le dat zoodoende verdere teruggang in het verbruik voor- „komen zal kunnen worden; ,,2e dat wel met zekerheid verwacht kan worden, dat het „verbruik van vele muntgasverbruikers er door zal toe- „nemen, daar bij den verlaagden prijs zonder twijfel „meer gebruik gemaakt zal worden van gas voor koken, „strijken, waterverwarming, enz. Hierdoor zal spoedig „reeds een deel van de mindere ontvangst zijn terugge wonnen. „De Gascommissie, over deze aangelegenheid gehoord, kan „zich in beginsel met dit voorstel vereenigen. Zij meende, „dat de reductie behoorde aan te vangen bij een verbruik van „21 M:! per maand, aansluitende alzoo aan het voorgeschre ven minimum-verbruik van 240 Ms, genoemd in art. 27 der „verordening, opgenomen in Gemeenteblad no. 275. „Waar echter meer dan 50% der muntgasverbruikers een „verbruik heeft van 240400 M3 per jaar, alzoo met een „gemiddelde van 320 M3 per jaar, geven wij om „te groote teruggang der inkomsten en te groote onbillijk- „heid tegenover soortgelijke verbruikers over den gewonen „meter te voorkomen de voorkeur aan een reductie voor het „verbruik boven 24 M3 per maand. „Wijl ingevolge artikel 27 van de verordening, regelende „de voorwaarden voor de levering van gas over den gewo- „nen meter en over den muntmeter (Gemeenteblad nr. 275) „de prijs van het gas, geleverd over een muntmeter, bij afzon derlijk raadsbesluit wordt bepaald en deze is vastgesteld „op 10 ct. per M3, zonder mogelijkheid van reductie, dient

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 592