2 FEBRUARI 1934 „waarvan het totale bedrag over 1934 gesteld kan worden „op rond 2100.-. „Aangezien er ons inziens geen termen aanwezig zijn, deze „uitgaaf voor rekening van de gemeente te nemen, hebben „wij de eer U voor te stellen gebruik te maken van de in „boven aangehaald artikel 5 verleende bevoegdheid om de „belasting bij de uitbetaling van de renten aan de daarop .rechthebbenden af te houden en daartoe te nemen het „volgende besluit: „De raad der gemeente Breda; „beslui t: „te bepalen, dat bij de uitbetaling van opbrengsten „in den zin van de wet van den 29sten December „1933, tot heffing van een couponbelasting, van „effecten ten laste der gemeente, aan de daarop „rechthebbenden, zal worden afgehouden de belas ting welke daarvan ingevolge genoemde wet zal „worden geheven. „Ten slotte kunnen wij nog mededeelen, dat de meerge» „noemde wet den 25sten Februari a.s. in werking treedt, „zoodat bovenbedoeld besluit alleen van toepassing is op de „na dien datum vervallen coupons." Zonder eenige bedenking wordt dienovereen komstig besloten. 39. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij ter vaststelling aanbiedende het zesde kohier voor de straat belasting over het dienstjaar 1933. Zonder eenige bedenking wordt opgemeld kohier vastgesteld op het bedrag, zooals het door Burgemeester en Wethouders is opgemaakt. Alsnu sluit de VOORZITTER de vergadering. De Secretaris, De Voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 59