90 9 MAART 1934. maal in de wet gegeven; zij zijn dus de maatstaf, waarmede rekening moet worden gehouden. De overweg is zeer zeker een bezwaar, maar dit geldt niet alleen voor de schoolgaande kinderen; het is daarom een gevaarlijk motief. Was de af scheiding van het Belcrumkwartier inderdaad van zooda- nigen aard als thans wordt beweerd, dan zou men op ver schillend gebied afzonderlijke regelingen hebben moeten treffen. De wenschelijkheid van de stichting wordt door Spr. onomwonden erkend, maar niet de wenschelijkheid mag in de huidige moeilijke tijdsomstandigheden den doorslag gevendit mag slechts de noodzakelijkheid. Deze is echter op het oogenblik niet aanwezig. Komt zij eerlang vast te staan, dan is Spr. bereid aan de oprichting van de school mede te werken, doch nu niet. De VOORZITTER concludeert uit de woorden van den heer M a b e 1 i s, dat deze dus nu al ziet aankomen, dat daar een school noodig zal zijn. Als dat er toch van komen moet, dan verdient het alleen al uit practische overwegingen aan beveling het nu te doen, daar de bouwkosten thans zeer laag zijn. Naar aanleiding van de opmerking van den heer M a b e- 1 i s over de ligging van het Belcrumkwartier ten opzichte van de stad. zegt Spr., dat men om die reden de politie 'en de brandweer daar apart heeft moeten stationneeren. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarop in stemming gebracht en aangenomen met 15 tegen 9 stemmen. Voor: de heeren Crul, Kraij, Brantjes, Kroon e, Broos, Van der Ven, Emmelkamp, Kooijman, Van de Ven, Van Arendonk, Van Buitenen, Hou ben, Van Keep, Loonen en Van Mierlo.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 90