92 9 MAART 1934. „welk besluit de eigenaar voorziening vroeg bij Gedepu teerde Staten. „In zijn schrijven aan Gedeputeerde Staten verklaarde „van Steen zich bereid alle verbeteringen aan te brengen, „die zouden leiden tot het wegnemen van nagenoeg alle „opgesomde gebreken. Mede op dezen grond vernietigden „Gedeputeerde Staten d.d. 5 October 1932 het raadsbesluit, „in welke vernietiging de Raad berustte. „Opgemerkt wordt, dat genoemde van Steen intus- „schen op 24 Mei 1932 de woningen in kwestie aan P. V e r- „d a a s d o n k had verkocht. „Na de vernietiging van het raadsbesluit zijn in overleg „met Bouw- en Woningtoezicht verschillende verbeteringen „aan de woningen aangebracht. Tot andere verbeteringen „bleek de eigenaar niettegenstaande den brief van den toen- „maligen eigenaar aan Ged. Staten niet geneigd, zoo- „dat d. d. 28 December 1933 onzerzijds, na inwin- „ning van het advies der Gezondheidscommissie en in vol- „ledige overeenstemming daarmede, den eigenaar de ge- „wenschte verbeteringen werden voorgeschreven op grond „van artikel 21 der Woningwet. Een afschrift van deze aan schrijving is als bijlage 1 gevoegd bij het adres van Mr. ,.H eemskerk. „Deze verbeteringen zijn o.i. ondanks alle daartegen door „adressant aangevoerde bezwaren noodig om de. woningen „in bewoonbaren staat te brengen. „De bewering, dat er van de zijde der gemeente getracht „zou worden uit rancune over de vernietiging van het raads besluit tot onbewoonbaarverklaring den eigenaar „het leven „zuur te maken," mist eiken redelijken grond. Het feit, dat „eerst een aanschrijving aan den eigenaar werd gericht, „nadat zooveel mogelijk getracht was de zaak door bespre- „king tot oplossing te brengen, benevens de instemming der „gezondheidscommissie met de voorgeschreven maatregelen, „belichten de onbehoorlijke lichtvaardigheid dezer uiting.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 92