96
9 MAART 1934.
nietiging van het besluit van Burgemeester en Wethouders
vragen.
De VOORZITTER merkt op, dat het wel eenigszins inte
ressant zou zijn, als de brief van Mr. Heemskerk aan den
Raad van State zou moeten worden overgelegd.
Zonder verdere opmerkingen wordt daarop
conform het voorstel van burgemeester en Wet
houders besloten.
30. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het
verleenen van een garantie in het eventueel nadeelig saldo
van het in 1934 te houden concours-hippique, luidende als
volgt:
„Ingekomen is de hierbij gaande aanvrage van het bestuur
„der Bredasche concours-hippique-, harddraverij- en renver-
„eeniging, om voor het in 1934 te houden concours-hippique
„een subsidie van ƒ300.te verleenen, c.q. een garantie tot
„dat bedrag te verleenen in een eventueel tekort.
„Naar aanleiding hiervan hebben wij de eer U het vol
gende te doen opmerken.
„Sedert 1905 wordt op Hemelvaartsdag een concours-hip-
„piqué gehouden, dat vele belangstellenden trekt en zich in
„een veelzijdige deelneming mag verheugen. Dit concours-
„hippique is in hooge mate bevorderlijk aan het vreemde
lingenverkeer, hetgeen de stad en haar ingezetenen ten
„goede komt. Ook om die reden heeft de stad Breda steeds
„belangstelling getoond door het beschikbaar stellen van den
„bekenden wisselbeker, voor den eersten keer in 1906.
„Het zou inderdaad te betreuren zijn, dat dit traditioneele
„sportgebeuren, wegens financieele moeilijkheden, dit jaar
„niet zou kunnen doorgaan. Zooals het bestuur opmerkt,
„sloot het concours in 1933 met een tekort van 300.
„waarbij komt, dat een veertigtal leden in 1933 het lidmaat
schap der vereeniging, als gevolg van de tijdsomstandig-