9 MAART 1934. 97 heden, heeft opgezegd, waardoor de inkomsten der vereeni- ,ging in 1934 terugloopen. Onder deze omstandigheden is ,het begrijpelijk, dat het bestuur der vereeniging het door- ,gaan van het concours 1934 afhankelijk stelt van een .gemeentelijk subsidie of een gemeentelijke garantie. Naar „onze meening is de grootte van het gevraagde bedrag niet „onbescheiden te noemen, waar het aansluit aan het in het „vorige jaar geleden tekort en mede dient overwogen, dat „de vereeniging in 1934 belangrijk minder aan contributies „ontvangt, waardoor zij moeilijker in staat zal zijn een moge- „lijk tekort te dekken. Het wil ons daarom voorkomen, dat „hier ruimschoots aanleiding bestaat tot het verleenen van „een garantie tot een maximum van 300.in een mogelijk „nadeelig slot van het concours 1934. Over de jaren 1931, „1932 en 1933 werd ontvangen aan belasting op openbare „vermakelijkheden, geheven op de entreeprijzen van het con cours, respectievelijk 486.96, ƒ419.36 en 363,76, bedra- „gen, welke derhalve de voorgenomen garantie dekken. Dat „hier bovendien geen precedent wordt geschapen, blijkt uit „het feit, dat in 1910 en in 1913 voor het toen gehouden „concours-hippique een subsidie werd verleend, respectieve lijk van ƒ500.— en 100. „Indien mocht worden besloten tot het stellen van de „gevraagde garantie van 300.dan ware daarbij als voor- .waarde voor te schrijven, dat de vereeniging na afloop van „het concours-hippique, rekening en verantwoording doet „aan ons college, met overlegging van de daarbij behoorende „bewijsstukken. „Op grond van het vorenstaande hebben wij de eer U voor „te stellen het in 1934 op Hemelvaartsdag door de Bredasche „concours-hippique-, harddraverij- en renvereeniging te „geven concours een garantie van 300.te verleenen in „een eventueel nadeelig saldo, onder voorwaarde, dat de „vereeniging na afloop van het concours-hippique aan ons „college rekening en verantwoording doet, met overlegging „van de daarbij behoorende bewijsstukken."

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 97