100
12 FEBRUARI 1935.
De heer VISSER herinnert er aan, dat verleden jaar de
garantie der Gemeente tot het volle bedrag is opgenomen;
men weet het tekort toen vooral aan het slechte weer. Nü
wordt dit volgens het adres der Vereeniging niet verwacht.
Desniettemin wordt thans voorgestaan, naast het garantie
fonds, dat door de Vereeniging zelf gevormd is en 700.—
bedraagt, nog 300.garantie van de Gemeente te stellen.
Spr. komt dit onnoodig voor; een bedrag van 700.— lijkt
hem voldoende voor dekking van het eventueele tekort. Hij
kan zich dan ook niet met het voorstel van Burgemeester en
Wethouders vereenigen.
Wethouder VAN BUITENEN merkt op, dat de garantie
van de Gemeente eerst zal worden aangesproken, wanneer
het eigen garantiefonds geheel zal zijn uitgeput.
De VOORZITTER zegt, naar aanleiding van het be
toog van den heer Visser, dat de begrooting der Ver
eeniging aantoont, dat bij een eventueelen tegenvaller
1000.noodig zal zijn. Een bedrag van ƒ700.— is dus
lang niet voldoende. Ten slotte merkt Spr. op, dat in vo
rige jaren de Vereeniging zelf over eenige reserve beschikte.
Zonder verdere bedenkingen wordt daarop be
sloten, de Bredasche Concours-Hippique-, Hard
draverij- en Renvereeniging de gevraagde
garantie te geven tot een bedrag van 300.
onder voorwaarde:
le. dat de gemeentelijke garantie eerst dan zal
worden aangesproken, wanneer het eigen garan
tiefonds geheel zal zijn uitgeput;
2e. dat, bij gebruikmaking van de gemeentelijke
garantie, de Vereeniging aan den Raad van het
gehouden concours-hippique rekening en verant
woording doet, onder overlegging van de daarbij
behoorende bewijsstukken.