1Ó2 12 FEBRUARI 1935. zijn ingekomen; het is dus nog wèl geldig. In verband hier mede zal het nader worden bezien. Spr. verzoekt den Raad machtiging, indien het bezwaarschrift gegrond blijkt te zijn. daarop gunstig te beschikken. Zonder eenige bedenking wordt de gevraagde machtiging verleend. De heer VISSER merkt op, dat onder nummer 21 van den staat een bezwaarschrift voorkomt van den heer B i 1 s e n, die reclameert omdat hij in de straatbelasting is aangeslagen voor het Kerkpad. Burgemeester en Wethouders adviseeren, volkomen terecht, om op dit bezwaarschrift afwijzend te be schikken, daar het Kerkpad eigen weg" is. Naar aanleiding hiervan zou Spr. willen vragen, waarom de Gemeente er in dertijd toe is overgegaan om dien particulieren weg te ver lichten. Wethouder VAN BUITENEN antwoordt, dat die ver lichting een erfstuk is van de gemeente Teteringen, waar van Breda het Kerkpad bij de grenswijziging heeft overge nomen. De heer MABELIS vestigt de aandacht op het feit, dat bij punt 17 van de lijst wordt verwezen naar het advies op punt 15. Spr. vraagt, of dit wel juist is, daar met potlood bij punt 17 is aangeteekend „Neen niet vernietigen". Wethouder VAN BUITENEN antwoordt, dat de verwij zing naar punt 15 inderdaad niet juist is; de aanslag moet niet vernietigd, maar verminderd worden. Spr. heeft die pot- lood-aanteekening daarbij geplaatst om te doen uitkomen, dat Burgemeester en Wethouders de vergissing reeds be merkt hadden. Zonder verdere opmerkingen wordt daarop con form het prae-advies van Burgemeester en Wet-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 102