112
12 FEBRUARI 1935.
„De jongste wijziging, die bedoelde te zijn een verlaging
„van rechten, beantwoordt daardoor niet aan den opzet.
„Uiteraard kon dat gevolg niet worden voorzien en daar de
„Hero" en „Merka" geen invloed kunnen uitoefenen op de
„toewijziging der dieren, is er reden om aan de ontstane
„bezwaren tegemoet te komen.
„Dit zou aldus kunnen geschieden, dat het oude tarief van
„IJ/2 cent per K.G. wordt hersteld voor die dieren, die bene-
„den 150 K.G. wegen, en dat het tarief van 2,25 per dier
„wordt behouden als een maximum.
„Aangezien echter deze opzet de opbrengst zou kunnen
„drukken beneden de bedragen, die het slachthuis redelij-
„kerwijze tot dekking der kosten noodig heeft, moet het
„juist worden geacht, de zwaardere dieren op eenigerlei
„wijze ook zwaarder te belasten. Dit kan geschieden door de
„afrekening per partij aangevoerde dieren te doen plaats
„heben en het gemiddeld gewicht per dier en per partij als
„maatstaf te nemen. Komt het gemiddeld gewicht boven
„150 K.G. per dier uit, dan wordt per dier, ongeacht het
„gewicht 2,25 betaald. Blijft het gemiddeld gewicht bene-
„den 150 K.G. per dier, dan wordt 1Y2 cent per K.G. betaald.
„Een en ander is te bereiken door het tweede lid van
„artikel 3 der verordening op de heffing van rechten voor
„het Openbaar Slachthuis (G. B. No. 579) te doen vervallen
„en daarvoor in de plaats te stellen de zinsneden op bijlage
„dezes vermeld.
„Aangezien het terugloopen van het gemiddeld gewicht
„der aangevoerde crisisrunderen reeds van begin Januari
„dateert, zou aan de bepaling terugwerkende kracht tot
„1 Januari 1935 kunnen worden verbonden.
„Wij hebben de eer U voor te stellen dienovereenkomstig
„te besluiten." t
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten.
