12 FEBRUARI 1935.
119
39. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot be
schikbaarstelling van een crediet, groot 16.800. voor het
in werkverschaffing doen uitdiepen van de zwemkom der
Zweminrichting „Boeimeer
Wethouder VAN MIERLO geeft in overweging, de be
handeling van dit voorstel aan te houden, omdat men in deze
nog niet beschikt over het onofficieel advies van de Com
missie voor de Zweminrichtingen in deze gemeente. Door
verschillende omstandigheden is bedoeld advies nog niet uit
gebracht kunnen worden.
De heer COHEN vraagt, of de voorgenomen uitdieping
alleen geldt de zweminrichting van den heer Van Brink
of ook de kostelooze volksbadplaats.
Wethouder VAN MIERLO antwoordt, dat die uitdieping
voor den geheelen plas van belang is, dus ook voor de volks
badplaats.
De heer COHENDe volksbadplaats zelf wordt dus niet
uitgediept
Wethouder VAN MIERLO Dat weet ik niet zoo pre
cies.
De VOORZITTER merkt op, dat de kostelooze volks
badplaats niet diep mag worden uit hoofde van het ver
drinkingsgevaar, dat daardoor zou kunnen ontstaan voor
degenen, die niet zwemmen kunnen.
Zonder verdere opmerkingen wordt besloten,
de behandeling van dit voorstel tot een volgende
vergadering aan te houden.
40. Rapport van Raadscommissie in zake pensionneering