122 12 FEBRUARI 1935. „1. Indien alleen ingevolge deze verordening pensioen ge snoten wordt: „a. Weduwenpensioen alleen: ongelimiteerd (d.w.z. „de gewone regels der verordening vinden ongelimiteerd toepassing) „b. Weezenpensioen alleen het gezamenlijk bedrag aan „weezenpensioenen kan niet stijgen boven 80% van de „wethoudersjaarwedde „c. Weduwenpensioen en weezenpensioen te zamen „als onder b. „2. Indien pensioen genoten wordt zoowel ingevolge deze „verordening als ingevolge een andere pensioenregeling „a. Weduwenpensioenen niet hooger dan 50% van „de wethoudersjaarwedde „b. Weezenpensioenen niet hooger dan 80% van de „wethoudersjaarwedde „c. Weduwen- en weezenpensioenen eerst wordt het „weduwenpensioen berekend en gelimiteerd tot 50% van „de wethouderswedde daarna de weezenpensioenen. „Deze laatsten mogen met het gelimiteerde weduwen- „pensioen niet stijgen boven 80% van de wethouders- „wedde. „Een en ander is neergelegd in het volgend artikel 13, „dat de Commissie U voorstelt te aanvaarden, terwijl „het huidige artikel 13 dan kan worden ingetrokken Artikel 13. „1. Het gezinspensioen gaat 80% van de jaarwedde, die de „wethouder ingevolge artikel 100, 1ste lid der Gemeente- „wet laatstelijk genoot, niet te boven. „2. Indien en zoolang een weduwe, die ingevolge deze ver ordening recht heeft op pensioen, een ander pensioen in „verband met een openbare betrekking geniet of gaat genie ten, wordt het weduwenpensioen ingevolge deze veror dening slechts uitgekeerd tot een bedrag, dat te zamen met „het ander pensioen 50% van de jaarwedde, in lid 1 bedoeld „niet overschrijdt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 122