130
12 FEBRUARI 1935.
„salaris en loon, te rekenen met ingang 1 Januari 1935 en
„met dien verstande dat deze korting niet zal worden toege-
„past op die salarissen en loonen, welke incidenteel, d i
„buiten elke regeling om, zijn toegekend, een en ander over
eenkomstig het hierbijgaand ontwerp-besluit.
„Ten aanzien van de jaarwedde van den Commissaris van
„Politie, zal zijn te overwegen een verzoek te richten tot
„H. M. de Koningin, om op diens salaris een overeenkomstige
„tijdelijke korting van 3% toe te passen.
„Met de beide personeels-commissies is te dezer zake over-
„leg gepleegd. Omtrent de beide ingekomen adviezen, welke
„hierbij gaan, merken wij het volgende op
„De Commissie voor de werklieden is niet eenstemmig in
„haar advies de vertegenwoordigers-raadsleden kunnen met
„bovenstaand voorstel meegaan, terwijl daarentegen de or
ganisaties de herziening niet kunnen aanvaarden, doch geen
„bezwaar hebben tegen een korting van 3% voor 1935 of
„zoo noodig definitief.
„Dit laatste standpunt is naar onze meening te verwerpen,
„aangezien een algemeene herziening rechtvaardiger zal
„werken dan een uniforme korting van 3%.
„In tegenstelling met de Commissie voor de werklieden is
„die voor de ambtenaren tot het eenstemmig oordeel geko-
„men, dat ons voorstel kan worden aanvaard, echter onder
„een drietal voorwaarden. Ten aanzien daarvan kan worden
„medegedeeld.
Ie. „dat de herziening bereids is ter hand genomen;
2e. „dat alleen dan met eene restitutie van het teveel gekorte
„kan worden accoord gegaan indien anderzijds ook de
„mogelijkheid wordt geopend het achteraf te weinig
„gekorte alsnog in te vorderen
3e. „dat ook o. i. bij het ontwerpen van de nieuwe regeling
„behoort te worden uitgegaan van de bestaande sala-
„risregeling, derhalve zonder rekening te houden met
„de tijdelijke 3% korting.
„Resumeerende hebben wij de eer U voor te stellen de in
