136 12 FEBRUARI 1935. De bezwaren tegen het heffen eener belasting voor brand verzekering kunnen wij onderschrijven. Wat het parkeeren betreft op de daarvoor vastgestelde plaatsen, dit dient niet belast te worden, te meer daar er voor de gemeente geen kosten aan verbonden zijn en Breda als centrumgemeente belang heeft het verkeer zooveel mo gelijk naar zich toe te trekken. Met voldoening heb ik vernomen, dat voor de door de gemeente en door vereenigingen met overheids-steun ge bouwde arbeiderswoningen huurverlaging in uitzicht is ge steld. Dit zal een verschuiving van niet-arbeiders naar arbei derswoningen tegenhouden en beter zijn dan momenteel nieuwe woningen bij te bouwen Mijnheer de Voorzitter, de tijden zijn zorgwekkend en de toekomst onzeker. Laten wij ons niet te veel ontmoedigen, doch ieder voor zich en allen te zamen in dezen Raad mede werken om het voor Breda en zijn bewoners zoo draaglijk mogelijk te maken. De Raad van Breda zelf, kan op het wereldgebeuren geen invloed uitoefenen. Het menschenwerk is vastgeloopen. Wat de een opbouwt, breekt de ander weer af. Alleen God kan hierin uitkomst geven. Moge God op de bede van allen, die in hem ge- looven, deze uitkomst geven en de regeerders tot onderling vertrouwen en samenwerking brengen,ten einde voor de wereld betere tijden te doen terugkeeren, die dan vanzelf hun goeden terugslag op ons land en op deze gemeente zullen geven. De heer GRUYS zegt het volgende Mijnheer de Voorzitter. Waar als gevolg van de wet op de financieele verhouding tusschen Rijk en Gemeenten en de daarin aange brachte wijzi ging ten nadeele van het belastinggebied der gemeenten, alsmede de in uitzicht gestelde nieuwe wijzigingen, alsook

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 136