12 FEBRUARI 1935. 139 veelste maal het uiterste geëischt wordt van de werkzaam heid der raadsleden, ja dat een vruchtbare behandeling der begrooting op deze wijze schier tot de onmogelijkheden be hoort. Wat toch is het geval? Op 12 December werd ons de gemeentebegrooting met bijlagen toegezonden met ver zoek binnen tien dagen tot afdeelingsonderzoek over te gaan. Een verzoek om verdaging werd afgewezen op grond, dat de behandeling der begrooting nog in Januari moest plaats hebben Onder protest voldeden wij daaraan in het belang der goede zaak, zoodat Burgemeester en Wethouders in den loop van de week tusschen Kerstmis en Nieuwjaar het Cen- fraal-Rapport kon bereiken, in de verwachting, dat met 'net oog op een der financieele voorstellen, in de begeleidende nota verwerkt, de openbare behandeling zou plaats heb ben in de vorige maand. Blijkbaar hadden Burgemeester en Wethouders echter den tijd met hun antwoord, want eerst Maan dag 4 Februari j.l. bereikte ons dat antwoord. De bestu deering daarvan kost m.i. minstens een dag of acht. Ik wil voor mij zelf wel opmerken, dat ik eerst Zondag 10 dezer den tijd had om tot een tweede lezing over te gaan, maar daar tusschendoor komt een paar dagen later een agenda voor de vergadering van Dinsdag 12 Februari met een res pectabel aantal punten, waarvan, dat moet ik toegeven, de voornaamste verband houden met de onderwerpelijke begroo ting, maar welke toch ook aandacht en overleg vordert en waarop, als klap op den vuurpijl, als laatste punt de open bare behandeling der begrooting wordt in uitzicht gesteld, te beginnen op dien zelfden avond en te vervolgen op den volgenden middag en avond. Dit, Mijnheer de Voorzitter, is wel wat heel veel, om niet te zeggen te veel, gevergd van den werklust en het uithoudingsvermogen der raadsle den, althans van die mijner fractie, die nog wel wat anders te doen hebben in het dagelijksche leven, dan gebukt te zit ten over de bestudeering van antwoorden van Burgemeester en Wethouders op gedane vragen en gegeven suggesties ten aanzien van het beleid van het College in het laatste zit-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 139