9 JANUARI 1935.
13
aantal de bevolking op 48046 inwoners, in 1934 bedroeg
de vermeerdering 803, zoodat Breda op 1 Januari j 1. 48849
inwoners telde.
Zonder bij dezen terugblik volledig te willen zijn, zoude
ik toch nog op den bloei van het vereenigingsleven willen
wijzen; verschillende jubilea van verdienstelijke instellingen
werden gevierd. De niet lang geleden opgerichte Bredasche
Kunstkring deed met waardeering van zich spreken De
luchtbescherming bracht ingezetenen en bewoners van om
liggende gemeenten in een vereeniging samen. Belangrijke
vereenigingen als de Nederlandsche Maatschappij voor
Nijverheid en Handel en de Nederlandsche Maatschappij
tot bevordering der Geneeskunst hielden hier haar jaarcongres.
Zooals uit mijn mededeelingen blijkt, behoort 1934 niet
tot de jaren, die zich leenen voor juichtonen. Er viel integen
deel, al bleef Breda voor plaatselijke onheilen gespaard,
wegens den nood der tijden veel droevigs te beluisteren.
Zeer droevig kenmerkte het jaar zich door de hevige slagen
die ons Koninklijk Huis had te doorstaan. In Uw ver
gaderingen van 23 Maart en 6 Juli vertolkten wij den rouw
der gemeente over het heengaan van H. M. de Koningin-
Moeder en Z.K.H. den Prins der Nederlanden.
Moge 1935 voor ons land en onze Gemeente gunstiger
zijn en een betere toekomst openen, zoodat ook het gemeente
lijk leven, dat thans in verschillend opzicht in zijn ont
wikkeling wordt geremd, zich ten volle kunne ontplooien.
De heer HOUBEN zegt het volgende
Andermaal heb ik als oudste lid van dezen Raad het
voorrecht, Mijnheer de Voorzitter, U dank te zeggen voor
de belangrijke, overzichtelijke en ampele mededeelingen,
betreffende onze Stad over het afgeloopen jaar.
Met U betreurt de Raad, dat deze Nieuwjaarsrede, wilde
zij juist en objectief den door de crisis geschapen toestand
weergeven, nóch opwekkend, nóch bemoedigend zijn kon.