140 12 FEBRUARI 1935. tingsjaar van dezen Raad. De vruchtbare behandeling dezer begrooting moet m.i. onder dezen onnoodigen spoed lijden, wat ik hooglijk betreur. Ik heb mij er van overtuigd, dat ook andere leden van dezen Raad, behalve mijn fractiegenoo- ten, mijn inzicht in deze deelen en ware het niet, dat andere belangen daarmede in botsing kwamen, ik had niet ge schroomd, een voorstel in te dienen tot uitstel van behande ling. Waar de kwestie nu echter zoo staat, dat wij coüte que coüte deze begrooting op korten termijn moeten behan delen, bied ik U, Mijnheer de Voorzitter, alsmede mijn mede raadsleden bij voorbaat mijn verontschuldigingen aan, dat ik in telegram-stijl het antwoord van Burgemeester en Wet houders aan een nadere beoordeeling onderwerp. Precario-belasting. Hierbij is in de eerste plaats gedacht aan het innemen van zitplaatsen op straten en pleinen vóór cafè's gedurende het zomerseizoen, wat zelfs zoodanig be lemmerend is voor het gebruik van de trottoirs door de voet gangers, dat dezen zich op den rijweg moeten begeven. Straatbelasting. Mijn aandacht werd getrokken door de op merking, dat een te hoog opgevoerde heffing een vestiging buiten deze gemeente in de hand zou kunnen werken, het geen dus een veronderstelling van het College is. Belasting op bouwterreinen. Hiervóór heb ik over het ant woord daarop, reeds mijns zienswijze doen kennen. Belasting voor brandverzekering en vergoeding voor ge bruik openbaren gemeentegrond ter parkeering, alsmede wij ziging van de ventverordening, zoodat voor venters van bui ten de gemeente een vergoeding per dag wordt gevraagd, worden door U op verschillende gronden afgewezen. Ik kan zulks billijken, omdat U opziet tegen de moeilijkheden en het weinige effect, dat naar Uw meening deze meerdere las ten zullen opleveren, maar ik wil dan toch ook wel nog eens met een enkel woord aangeven, waarom mijn fractie meende, deze vragen te moeten stellen. In de nota van Burgemeester en Wethouders worden drie objecten genoemd om het bere kend tekort van 117.000 te dekken, zonder de Gemeente

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 140