142
12 FEBRUARI 1935.
dering der huidige salarissen en loonen op een andere wijze
redigeeren.
Het binnen afzienbaren tijd toegezegde voorstel tot ver
laging der huur van de door de Gemeente en door vereeni-
gingen met overheidssteun gebouwde arbeiderswoningen,
zien wij met ongeduld tegemoet.
Ten aanzien van den parallelweg van de Ginnekenstraal
kan ik gevoeglijk het stilzwijgen bewaren; het door ons hier
omtrent geopperde, hetgeen naar mijn meening van meer
waarde is, omdat het meer afdoende is, echter wordt met een
enkelen regel beantwoord en wordt door mij aangemerkt als
geen antwoord op de door ons gestelde vraag. Waar zulks
verband houdt met een algemeene kwestie, acht ik het niet
ondienstig daaraan nog eenige woorden te wijden. Ik heb
daarbij het oog op een verbetering of vernieuwing van de
binnenstad, natuurlijk met behoud, voor zooveel mogelijk,
van datgene, wat ook voor de toekomst waarde heeft. In
den loop der jaren is tot stand gekomen een uitbreidingsplan
der Gemeente, wat ons feitelijk van hooger hand is opge
legd. Zou het nu geen overweging verdienen, ook eens te
doen maken een vernieuwingsplan voor Breda, waarbij dan
tevens onder het oog kan worden gezien het opruimen of
verbeteren van die stadsgedeelten, waar nog verschillende
onbewoonbaar verklaarde woningen staan en andere gebou
wen, die, ware Breda in betere financieele omstandigheden,
óók als zoodanig zouden worden voorgedragen, waarbij ik o.a.
denk aan de sloppen in de Ginnekenstraat en den Haagdijk
e.a. straten en waarbij tevens het dempen van de Haven
enz. onder het oog kan worden gezien.
Dankbaar voor het antwoord op de gestelde vraag omtrent
de besteding der gelden, toegestaan voor het geven van volks-
zangdagen, wordt door mij gevraagd om, voor den vervolge
althans, een rekening te doen overleggen en dezen eisch aan
het verleenen van subsidie te verbinden, terwijl ik er tevens
op aandring, dat de overlegging der jaarverslagen van de
door de gemeente Breda gesubsidieerde instellingen in den