12 FEBRUARI 1935 155 Verhooging der opcenten op de Rijksinkomsten belasting, ingevolge art. 3, letter g, Werkloosheidssubsidiefonds 10 ontwerp 3 .60 78 méér .70 Of de 20 opcenten, die tot dusver ten bate van het leenings- fonds worden geheven, zullen vervallen, is mij niet bekend. Doch ook dan zal het te betalen meerdere bedrag aanzien lijk en van verlaging dus geen sprake zijn. Wèl zullen de z.g. super-opcenten tot niet hooger dan 78, in plaats van tot 150 worden geheven, doch het aantal van de gelukkigen, die meer dan 30.000 inkomen hebben, kunnen wij gerust uitschakelen. Niet zelden zelfs zullen ze nog zwaarder wor den getroffen dan door de super-opcenten. De heer VAN ARENDONK zegt, naar aanleiding van de opmerking van Burgemeester en Wethouders in hun Memo rie van Antwoord over .samenwerking van de verschil lende richtingen", dat in het Centraal-Rapport wordt bedoeld een nauwere samenwerking van het Gemeentebestuur met de verschillende maatschappelijke groepen. De heer KROONE wil in de eerste plaats een enkel woord spreken over het vraagstuk van de tewerkstelling der jeugdige werkloozen. Nog onlangs is dit hier ter sprake gekomen bij de behandeling van het adres van den Breda- schen Bestuurdersbond, in zake het brengen van verbete ringen in den steun aan werkloozen. Spr. heeft toen gezegd, dat het eigenlijk te belangrijk was om bij een andere zaak behandeld te worden en derhalve op zichzelf bekeken behoorde te worden. Daarvan is echter noch steeds niets gekomen. Spr. zou nu willen vragen, of het niet mogelijk zou zijn, een commissie uit of buiten de Raad te benoemen, die tot taak heeft na te gaan, of niet op de een of andere wijze de zorg voor de werklooze jeugd ter hand genomen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 155