13 FEBRUARI 1935. 165 houd der plantsoenen vrij veel personeel noodig. Een groot deel daarvan is in tijdelijken of lossen dienst. Het deel, dat in vasten dienst is, heeft in den winter buiten niet voldoende werk. Echter, de kassen zijn er ook en eischen ook een be hoorlijke verzorging. Men laat deze menschen nu ook de plantjes zaaien en kweeken, die later in het voorjaar voor perkbeplanting bestemd zijn. Kosten zijn daar niet noemens waard aan verbonden. De beplantingen zijn een groote aan trekkelijkheid voor Breda, Ongetwijfeld werkt een keurig onderhoud van de parken stimuleerend op het vreemdelingen verkeer. Spr. acht het beter met deze soort dingen niet te krenterig te zijn. Wethouder VAN BUITENEN zegt na de schriftelijke voorbereiding weinig nieuws te kunnen geven over den finan- cieelen toestand der gemeente. Kon Wethouder van Mierlo nog met een paar opwekkende nieuwtjes komen, zooals de huurverlaging, voor Spr. is dat uitgesloten. Echter, men is al blij, als er geen nieuws van onaangenamen aard te ver tellen is. En dat is gelukkig nu het geval. Het doet Spr. genoegen, dat de Raad instemt met het beleid van Burgemeester en Wethouders en met het College wenscht samen te werken. In de politiek geldt voor Spr. als een goede regel, dat men zijn geweten dient te onderzoeken zoo dra men door zijn politieke tegenstanders wordt gepfezen Spr. heeft zichzelf dan ook eens aan den tand gevoeld, doch niets kunnen vinden, wat niet zou overeenstemmen met de beginselen, welke hij mede hier vertegenwoordigt. Het komt Spr. voor, dat de welwillende critiek en de geest tot mede werking in den Raad van zeer groote waarde zijn voor de juiste behandeling van het algemeen belang. Spr. zal daarop niet verder ingaan, doch meent te kunnen volstaan met te constateeren, dat noch een „sterke man", noch eenig absolutistisch staatsgezag zal geven, wat men thans heeft een volkomen openbare behandeling van de publieke finan ciën. Men onderschatte de waarde hiervan niet. Wat de belastingheffing betreft, kan gezegd worden, dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 165