170 13 FEBRUARI 1935. welke van verschillende zijden voor de toekomst van Breda zijn uitgesproken. De heer LOONEN wenscht nog even terug te komen op het verschil in tempo, door den heer G r u ij s ter sprake gebracht. Het is opgevallen, dat het tempo van de fractie van den heer Gr u ij s den laatsten tijd heel wat kalmer is geworden. Er bestaat goede hoop, dat deze fractie, zoo doorgaande, wel spoedig het tempo van de R.K. fractie zal weten te benaderen. Aangaande de tijdelijke salariskorting wenscht Spr. nog het volgende op te merken. Het blijkt, dat Burgemeester en Wethouders niet wenschen mede te gaan met de tweede voorwaarde van het besluit der Commissie van Overleg voor de Ambtenaren, om in geval, dat bij de herziening der salarissen niet of minder dan 3% verlaagd wordt, dit den betrokkenen te restitueeren. eeren. Deze voorwaarde is na ampele bespreking door de Com missie G.O. gesteld. In tegenstelling tot de werklieden, die wèl in korting op het loon wilden berusten, maar geen herziening verlangden, stelden de ambtenaren juist den eisch, dat die herziening ten spoedigste zou plaats hebben. Zij zeiden overtuigd te zijn, dat verschillende salarissen, ook in vergelijking met de door den Minister goedgekeurde salarisregeling van Den Bosch, niet voor verlaging in aanmerking zouden komen. Dit is ook Spr.'s zienswijze. Waar nu deze tijdelijke salariskorting niet beschouwd moet worden als een noodoffer zonder meer voor de finan ciën der gemeente, maar alleen omdat niet tijdig de alge- meene herziening van salarissen en loonen kon plaats hebben, gaat het, naar Spr. meent, niet aan, nu een definitieve korting toe te passen op een salaris of loon, waarvan men over eenige maanden tot de overtuiging komt, dat het niet voor verlaging in aanmerking komt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 170