174 13 FEBRUARI 1935. Bovendien was er nog een agenda met een respectabel aan tal stukken te bestudeeren en lag er voor den Raad een be langrijk dossier ter inzage betreffende den parallelweg. Spr. is er van overtuigd, dat, als Burgemeester en Wethouders op het geheele personeel een rationalisatie toepassen, zooals zij dat deze laatste weken op de raadsleden hebben toege past, er heel wat ambtenaren zullen kunnen worden gemist. De heer Gruijs zou dan ook over te veel personeel niet meer te klagen hebben. Ten aanzien van verhooging van de straatbelasting wenscht Spr. nog op te merken, dat iedere verhooging van lasten, aan de huiseigenaren opgelegd, de tendenz heeft, ver laging van de huishuren tegen te houden. De heer VISSER wil, ten aanzien van het tempo, waarin gewerkt wordt, even verwijzen naar het Verslag van den Partijraad van de R.K. Staatspartij, waarin prof. Aalberse schrijft, dat socialisme en individualisme slechts halve waar heden zijn. Indien de R.K. fractie wenscht mede te werken om die helft te bereiken, dan kan, wat Spr. betreft, het tempo nog wel iets worden verhaast. De heer KOOIJMAN is de meening toegedaan, dat er in de organisatie van het G.O. een fout blijkt te schuilen. De Voorzitter van de Commissie, die de besprekingen uiter aard heeft medegemaakt, breekt nu de conclusie van het G.O. totaal af. Dit moet vooral op de ambtenaren-organisaties wel een zeer eigenaardigen indruk maken. Spr. stelt voor, het instituut zoo te wijzigen, dat de Voorzitter in de vergadering geen stem zal hebben, Voorts heeft het Spr. getroffen, dat het voorstel aan den Raad gesteld is in dezelfde bewoordingen, als het voorstel dat destijds is toegezonden aan de leden van het Georganiseerd Overleg, niettegen staande in de vergaderingen van de Commissie duidelijk is gebleken, dat de salarissen der ambtenaren niet „aan den hoogen kant zijn. Spr. acht deze handelwijze niet juist.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 174