13 FEBRUARI 1935. 175 Als gevolg juist van deze overtuiging der Commissie is de concessie van restitutie gedaan. Spr. vindt het zeer jammer, dat het College nu, terwille van het betrekkelijk toch geringe bedrag der restitutie, het georganiseerd overleg schaadt. De heer VAN HOU TEN herinnert eraan, dat hem gisteren door Burgemeester en Wethouders is verweten, dat hij afweek van de conclusie van het G.O. en nog wel geheel ten on rechte. Het valt wel op, dat Burgemeester en Wethouders nu zelf de uitspraak van het G.O. opzij zetten, zonder dat dit argument voor hen schijnt te gelden. Spr. hecht bijzonder veel aan een goede werking van het G.O. Vooral nu voor de eerste maal over een zoo belangrijke zaak overleg met de organisaties werd gepleegd, acht Spr. het goed, aan het in de commissie gevonden compromis te voldoen. Gaarne sluit Spr. zich aan bij hetgeen de heeren L o o n e n en K o o ij m a n over deze zaak in het midden hebben ge bracht en spreekt de hoop uit, dat de Raad overeenkomstig de conclusie van het G.O. zal kunnen besluiten. Wethouder VAN BUITENEN vreest, dat de zaak wat verward wordt voorgesteld. De opzet van Burgemeester en Wet houders is geweest, een bedrag van 30.000,te verkrij gen uit de loonen en salarissen. Daarom wordt voorgesteld 3% te heffen. Als de heer K o o ij m a n nu gaat zeggen, dat van de salarissen niet te veel te halen is, zal die opzet niet worden bereikt en de Raad dus genoodzaakt zijn, andere middelen ter dekking van het tekort aan te wijzen. Het per soneel moet deze korting wel degelijk als een noodoffer be schouwen. De raadsleden hier zullen zich echter niet kunnen losmaken van het standpunt, door Burgemeester en Wethou ders vanaf het begin ingenomen, dat de voorgestelde maat regel 30 mille zal hebben op te brengen. De heer BROOS zegt het volgende Mijnheer de Voorzitter. Burgemeester en Wethouders doen, tot het sluitend maken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 175