180 13 FEBRUARI 1935. ambtenaren gesteld, deze was: „Waarom is de nieuwe salarisregeling niet eerder ter hand genomen, zoodat nu definitieve voorstellen zouden kunnen worden behandeld Het antwoord van den Voorzitter op deze vraag was, dat dit door de onzekerheid der regeeringsmaatregelen niet eerder mogelijk was geweest. De tijdelijke korting van 3% is alleen aangegrepen als middel om de korting vanaf 1 Januari 1935 te kunnen toepassen. Nu is het toch niet juist, daarmede ook die ambtenaren te treffen, waarvan bij de nieuwe regeling blijkt, dat zij ten onrechte een te laag salaris hebben genoten. Spr. acht het volkomen billijk aan die menschen de korting terug te betalen. Het spreekt vanzelf, dat niet alle ambtenaren een te laag salaris hebben. De Commissie G.O. heeft echter op grond van aan haar overgelegde cijfers de overtuiging, dat in het algemeen het salarispeil zeker niet hoog is. De bestrijding van het voorstel door Wethouder van M i e r 1 o acht Spr. niet juist. In de Commissie is als datum voor het in werking treden der nieuwe regelingen gezegd omstreeks 1 Mei Nu spreek t de heer Va n M i e r 1 o al over Augustus of September. Het voorstel van de Commissie is ge baseerd op 1 Mei. Het is Spr.'s overtuiging, dat indien er niet te lang getalmd wordt, de nieuwe regeling zeker op den gestelden tijd gereed zal kunnen zijn. Voorts zal wel blijken, dat het vereischte bedrag van 30.000.zonder be zwaar zal kunnen worden gevonden. De heer KROONE kan zich den gang van zaken niet vereenigen. De werklieden, die blijkens het rapport van de Commissie G O. voor de werklieden als voorwaarde stellen „geen herziening van de loonen", zouden nu het tekort van de door de ambtenaren-commissie wel gewenschte her ziening moeten betalen Spr. zal ook nog gaarne vernemen, welke gedragslijn men denkt te volgen, als de Regeering in de gemeentelijke bezoldigingen ingrijpt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 180