184
13 FEBRUARI 1935.
De heer SCHRAUWEN wenscht van deze gelegenheid
gebruik te maken, het Burgerlijk Armbestuur hulde te brengen
voor de wijze, waarop de hulp, vooral aan de z.g. stille armen
is geregeld, en spreekt de hoop uit, dat het B.A. ook in de
toekomst een weg zal weten te vinden om deze kiesche taak
tot een goed einde te brengen.
De heer KROONE herinnert eraan, reeds meerdere malen
in dezen Raad erop te hebben aangedrongen, het B.A. om te
zetten in een dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon. Dit
neemt echter niet weg, dat ook Spr. groote waardeering heeft
voor de wijze, waarop het B.A. zijn taak vervult. Ook aan
een dienst voor M.H. blijken fouten te kleven, welke niet zon
der bedenking zijn, zoodat deze diensten elders ook niet in
alle gevallen even goed voldoen. Nu de zaken hier zoo naar
wensch gaan, betwijfelt Spr. sterk, of een reorganisatie thans
hier wel verbetering zou beteekenen.
Wethouder VAN MIERLO acht het, nu hij van alle
kanten lof voor het B. A. verneem t, niet noodig de vraag, ofhet B.A.
moet worden omgezet in een dienst van M.H. in een speciaal
daarvoor belegde vergadering met een speciaal daarvoor ont
boden spreker, ter sprake te brengen. Aan het verzoek van
den heer M e ij v i s daaromtrent, ware dan ook niet te vol
doen.
De heer MEIJVIS vermoedt, dat zijn verzoek eenigszins
verkeerd wordt uitgelegd, Het is geenszins de bedoeling het
B.A. af te breken, doch alleen, om het voor en tegen gelijke
kansen te geven.
De VOORZITTER merkt op, dat, als het den heer Meij-
v i s te doen is om cultureele voorlichting, dit dan een vrucht
baar onderwerp zou zijn voor het Instituut voor Arbeiders
ontwikkeling.
Zonder verdere bedenkingen wordt deze be
grooting daarop goedgekeurd en vastgesteld.