188 13 FEBRUARI 1935. dit niet direct door te voeren. Maar langs geleidelijken weg is dit te bereiken door 1. tijdige aankoop van niet direct in exploitatie te brengen gronden. 2. geen grondverkoop door de gemeente aan particulieren, (behoudens stukjes grond van beperkten omvang, noodig voor verkrijging van een doeltreffenden vorm van reeds in particulier bezit zijnde perceelen.) 3. Uitgifte van gronden in erfpacht. 4. Onteigening. Het komt mij wenschelijk voor, dat de Raad zich thans uit spreekt in hoeverre hij deze richtlijnen zal willen volgen. Te dien einde moge ik hierbij het volgende voorstel ter tafel brengen. De Raad, gehoord de besprekingen inzake de te volgen grondpolitiek, verzoekt het College van Burgemeester en Wet houders een nieuwe verordening op het grondbedrijf te ont werpen, waaraan ten grondslag liggen de volgende richtlijnen der te volgen grondpolitiek 1. tijdige aankoop van niet direct in exploitatie te brengen gronden. 2. geen grondverkoop door de gemeente aan particulieren. 3. uitgifte van gronden in erfpacht. 4. onteigening. en dat ontwerp zoo spoedig mogelijk bij den Raad in te dienen. De VOORZITTER is van meening, dat de rede van den heer Visser voor een groot deel reeds op dit oogenblik voor beantwoording vatbaar is. In de eerste plaats komt het niet juist voor een verplichting tot het tijdig aankoopen van gronden in een verordening vast te leggen, aangezien het begrip „tijdig" onmogelijk nader te definieeren is. Overi gens is het overbodig, aangezien het gemeentebestuur blijkens de feiten der laatste jaren gezorgd heeft, de terreinen, welke de gemeente voor een bepaald doel noodig had, in zijn bezit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 188