13 FEBRUARI 1935. 195 Het vastrecht is 5 cent per M.3 Geraamd is dus een totaal kwantum vastrecht van 1.000.000 M.3 Geraamd is een totaal verbruik aan vastrecht: 2.000.000 M3. Er wordt dus 1.000.000 M.3 geraamd voor méérverbruik. De verhouding is dus als 1:1 Gemiddeld wordt dus geraamd per M.3 (Sj/^c 3}^c) 2 6 cent. Wil iemand een prijs van 6 cent betalen, dan moet hij dus het dubbele van het voor hem vastgestelde vastrecht kwantum gebruiken. En hier schuilt juist het onbillijke, ik zou haast zeggen het onrechtvaardige. Indien iemand een slechte klant van het gasfabriek is ge weest, wordt hij, wanneer hij vastrecht neemt, aanzienlijk bevoordeeld boven degene, die altijd flink heeft afgenomen. Iemand heeft gemiddeld 25 M.s gebruikt en betaalt nu aan vastrecht 25 X 5 cent. Iemand heeft gemiddeld 50 M.8 gebruikt en betaalt nu aan vastrecht 50 X 5 cent. Beide nemen nu 80 M.s af. De laatste betaalt dan 1.25 per maand meer dan de eerste, n.l. 25 X 5 cent. De eerste gebruikt gas van 5'/i6 cent per M.3, de tweede van 66|8 cent per M8. M. i. is dit erger dan onbillijk. Met gezin of woning wordt geen rekening gehouden. Om eenigszins aan dit bezwaar tegemoet te komen, dat de inwoners afhoudt van het vastrechttarief, is een zeer voorzich tige maatregel voorgesteld. Zeer voorzichtig, want er is wel degelijk rekening gehouden met den precairen toestand van de gemeentefinanciën en daarom is de vermindering niet al te groot genomen, maar toch m. i. groot genoeg om afnemers te trekken, en is een minimumverbruik van 25 M3. per maand bepaald. Nu is het zeker juist, dat het eerste jaar waarschijnlijk een mindere winst zal opbrengen. Maar Mijnheer de Voorzitter, hetzelfde is toch ook gedaan bij de wijziging van het vastrechttarief. Toen is bij een aantal afnemers van 1700 een mindere winst geriskeerd van 14.000.Bij het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 195