n w
13 FEBRUARI 1935.
201
érnstig zoeken naar wegen, welke de vermindering van het
verbruik zullen kunnen stuiten, en dat het College indien
noodig, niet zal schroomen, ingrijpende voorstellen te doen.
De heer Broos heeft er over gesproken, het muntgas-
tarief het eerst voor verbetering in aanmerking te doen komen.
Deze gedachte is Spr. wel sympathiek. Echter moet men
daarbij ook weer oppassen, zijn doel niet voorbij te streven.
Door een lager tarief zal in de hand worden gewerkt het
euvel, dat categoriëen van personen, waarvoor dit tarief in
feite niet bestemd is, muntgas zullen gaan aanvragen. Dit
misbruik is reeds eenige malen voorgekomen, zoodat men
daarvoor wel op zijn hoede moet zijn.
De VOORZITTER acht een dergelijk drastisch voorstel
als van den heer K o o ij m a n thans niet rijp voor behandeling.
In de eerste plaats ware daarover toch de Gascommissie te
hooren. HeteenvoudigstachtSpr.het,alsde heer Kooijman er
genoegen mee zou kunnen nemen, dat zijn voorstel met de
daarop gevolgde bespreking aan de Gascommissie wordt over
gelegd, welke Commissie dan zal kunnen uitmaken, of in deze
iets zal kunnen worden gedaan.
De heer KOOIJMAN verklaart voldoende vertrouwen in
het College en in de Gascommissie te hebben, om accoord
te gaan met het voorstel van den Voorzitter. Spr. hoopt, dat
het gelukken zal, een billijk vastrechttarief te ontwerpen.
Den heer Broos wenscht Spr. de vraag voor te leggen,
hoe deze het gat denkt te stoppen, dat ontstaat, als ieder
afnemer per week eens een M3 minder afneemt.
Het muntgastarief acht Spr. rechtvaardig en goedkoop, ff
M.8 muntgas kost 5 8 cent per M 3, dus nog goedkooper dan
vastrechtgas.
Het heeft Spr. voorts bevreemd, dat de Wethoudet Spr.'s
woorden heeft opgevat als een reclame voor het petroleum-
verbruik. Dit is toch geenszins de bedoeling geweest. Wil
men een vijand bestrijden, dan moet men hem goed leeren