13 FEBRUARI 1935.
205
De heer VAN HOUTEN heeft de overtuiging, dat of de
huur voor watermeters wordt geheven, of dat Burgemeester
en Wethouders komen met andere middelen om deze begroo
ting sluitend te maken.
Het College heeft bezwaren tegen het voorstel, zooals
dit bij het afdeelingsonderzoek is gedaan. Spr. wil van twee
kwaden, het minst kwade kiezen. Nu lijkt het hem, dat
het in het rapport gedane voorstel beter is dan het heffen
van f 1.meterhuur. Spr. meent, dat het door Burgemees
ter en Wethouders aangevoerde bezwaar tegen dit voor
stel, t.w. de vrees voor minder waterverbruik ten schade
van de volksgezondheid, ook geldt bij verhoogde meter-
huur, omdat de menschen zullen trachten door minder ver
bruik van water, de meterhuur uit te sparen.
Spr. heeft berekend, welk het voordeel is van het invoe
ren van het bij het rapport gedane voorstel,alzoo 50 cent meter
huur en 10 verhooging op het waterverbruik. Bij 10
M3 verbruik is het voordeel 25 cent, bij 12 M3 20
cent, bij 15 M3 12^ cent, enz. De verschillen zijn dus
niet zoo groot. In den tegenwoordigen tijd moet men op
de kleintjes passen en er op bedacht zijn om de menschen
ter wille te zijn. Spr. vindt het vreemd, dat de heer Broos
op zijn voorstel terugkomt, hij toch is de voorsteller
geweest. Spr. zegt, dat juist de groote gezinnen meer dan
10 M.3 water verbruiken. Wanneer de gevolgen gelijk
kunnen zijn, dan is het voorstel dat indertijd is gedaan, te
prefereeren. Spr. handhaaft daarom het voorstel van den
heer Broos, n.l. verhooging van den waterprijs met
10 50 cent meterhuur per kwartaal.
Wethouder BRANTJES zegt, dat het hier gaat om geld,
dat de gemeente niet kan missen. In totaal is de opbrengst,
bij invoering van het door Burgemeester en Wethouders
gedane voorstel, 32000,—. Het heffen van een huur voor
watermeters is niet onbillijker dan de huur voor electriciteits-
en gasmeters. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
betreft het heffen van 1,huur per drie maanden. De
