226 13 FEBRUARI 1935. Men had er nog bij kunnen zeggen, dat die agenten niet in dienst waren, dan was de zaak nog mooier geweest maar zoo is het niet de zaak heeft zich als volgt afgespeeld. De wagen met druiven stond op de Veemarktstraat, vóór het Politiebureau, en daar werden verschillende kistjes drui ven afgeladen, bestemd voor hooger en lager politie-per- soneel, en gekocht voor 1,-per kistje. Daarbij was een middenstander tegenwoordig, die de heeren inspecteurs daarop opmerkzaam maakte. Dit hielp evenwel niets. Later werden de druiven naar huis gebracht. Mijnheer de Voorzitter, niet alleen, dat de Politie, die met de uitvoering der ventverordening belast is, op die manier zelf die verordening overtreedt, maar het ergste is, dat er niet voor de waarheid wordt uitgekomen en wordt getracht die te verbloemen. Dit geval is mij niet door één, maar door meerdere middenstanders verteld. Ik heb nog nader geïnformeerd en daarbij is mij gebleken, dat mijn gegevens juist zijn. Ik hoop, Mijnheer de Voorzitter, dat zoo iets niet meer zal voorkomen. De Politie moet vrijstaan tegenover een ieder er mag op het corps als zoodanig geen smet kleven. Laat ik daarom nogmaals de hoop uitspreken, dat het niet meer zal voorkomen. De heer VENKER heeft aanmerkingen op de overgelegde concept-bioscoopvergunning. Daarin wordt o. m. in de tweede voorwaarde gesproken van ontbrandbare smalfilms dit moet natuurlijk zijn „onontbrandbare In de derde voorwaarde zou Spr. tusschen de woorden ..breedte" en „geopend" willen gevoegd zien de woorden „naar buiten". Voorts wil Spr het maximum aantal stoelen voor elke zaal afzonderlijk bepaald zien, alsmede een voorschrift zien opgenomen, dat de stoelen vast staan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 226