234
13 FEBRUARI 1035.
brengen. Hij kan uit stukken, door anderen opgevoerd, pas
sages citeeren. welke verschillende raadsleden zouden kren
ken toch is daarvoor vergunning tot opvoering verkregen.
Spr is ervan overtuigd, dat het hier één richting geldt;
hij wijst er op, dat het voor zijn richting op die manier
moeilijk werken is en dat het voor hen zaak is te trachten
hieraan paal en perk te stellen.
De heer COHEN kan de zienswijze van den Voorzit-
t e r aangaande den politiecursus niet deelen. Spr. vindt
het de taak van de hoogere politie-autoriteiten om b. v. de
verkeers-verordening aan het personeel duidelijk te maken
daarvoor behoeft men den cursus niet te bezoeken. Spr.
heeft op den cursus niets tegen zijn fractie is echter altijd
uitgegaan van het standpunt, dat dit een Rijkszaak is. Spr,
vindt de noot in het verslag krenkend voor een deel van het
politiepersoneel. Bovendien pleit het niet voor den cursus,
dat agenten driemaal examen hebben moeten doen voor
bevordering tot agent le klasse.
De VOORZITTER zegt, dat hierin wellicht voor den
heer Cohen een reden moet liggen om den cursus te
verscherpen.
De heer COHEN zegt, dat het best mogelijk is, dat de
lessen niet duidelijk genoeg zijn gegeven aan den cursus
zijn steeds dezelfde personen verbonden. Dit is voor hen
een voordeeltje. Spr. vraagt, of het geen aanbeveling
zou verdienen daarmede eens andere inspecteurs te belasten.
De VOORZITTER vindt het door den heer Cohen
gesprokene een aanprijzing voor den cursusjarenlang heeft
hij den indruk gehad, dat de heer Cohen tegen den cur
sus was. Het geheele betoog komt er op neer, dat de heer
Cohen op verbetering ervan aandringt.
Betreffende de opmerkingen van den heer Martens,