13 FEBRUARI 1935. 239 De VOORZITTER heeft niets meer te zeggen, ook niet na het zware geschut van den heer Visser. De post wordt daarop goedgekeurd en vast gesteld. De heeren G r u ij s, Me ij vis. Van Bedaf, Van Houten, Cohen, Martens en Visser verzoeken aanteekening.dat zij tegen dezen post zijn. Volgnummer 397. Onderhoud der lantaarns en verdere kosten der verlichting De heer VAN ARENDONK vraagt zich af zulks naar aanleiding van het antwoord van Burgemeester en Wethou ders welke wijziging aan de verkeerstrottoirs bij den vijfsprong aan de Teteringenstraat is aangebracht en waarom die nog niet voldoende kan worden beoordeeld. Spr. heeft de zaak bekeken. Hij deelt mede, dat op den tweeden Kerstdag aldaar een verkeerspaal omver gereden is deze is rechtgezet, terwijl er thans een rood licht uitstraalt. De andere paal is 2 of 3 keer omvergereden. Spr. wenscht aldaar een vluchtheuvel met één paal en vier groote lichtpunten. De heer VAN DER VEN vindt den tegenwoordigen vluchtheuvel een mislukking. Hij is het eens met den heer Van Arendonk. De heer MARTENS is van meening, dat het verkeer niet in gevaar moet worden gebracht. Hij wijst op den toestand aan den Tramsingel de aldaar geplaatste rijwielborden staan half op den weg. Men loopt de kans spoedig op zoo n paaltje te rijden. Ook de Chassésingel is niet verlicht veertien dagen geleden overkwam aldaar een wielrijder een ongeluk en men moest met een auto bijlichten. Spr vindt, dat dergelijke drukke wegen verlicht behooren te zijn. Ten slotte wijst Spr. op de slechte verlichting van de achtercomplexen der Olm- en Plataanstraat. Hij verzoekt daar een lantaarn ™*te plaatsen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 239