13 FEBRUARI 1935.
245
tingheffing, terugkeert. Ook in het welbegrepen eigenbelang
van de gas- en electriciteitsbedrijven zelf.
Mijnheer de Voorzitter, indien al de punten ter verbetering,
door mij genoemd, eens ernstig overwogen en, waar mogelijk,
toegepast werden, dan zou in menig gezin minder gebrek
geleden worden dan thans.
De VOORZITTER zegt, dat de kwestie van de huurver-
laging reeds onderwerp van bespreking heeft uitgemaakt bij
de algemeene beschouwingen. Burgemeester en Wethouders
erkennen de behoefte aan goedkoopere woningen.
De heer VAN HOUTEN is het, wat betreft de onder
voeding, met het antwoord van Burgemeester en Wethouders
niet eens. De toestand is op het oogenblik zóó, dat de vrees
voor ondervoeding er is. Spr. heeft Zaterdag vóór acht
dagen, een geval van ondervoeding meegemaakt in een
behoorlijk arbeidersgezin. Vanaf Donderdag tot en met Za
terdag hadden de ouders niet gegeten, om hun kinderen te
kunnen voeden. Wanneer men een dergelijk symptoom kan
constateeren, dan meent hij toch, dat het gevaar van onder
voeding sterk aanwezig is. Spr. is er van overtuigd, dat
meerdere zoodanige gevallen zich voordoen. Spr. vindt
het wenschelijk daarnaar een onderzoek in te stellen en
daarmede te beginnen bij de kinderen. Die menschen moeten
worden geholpen. Ten slotte dringt hij er op aan, dat van
de uitkomst van het onderzoek de Raad spoedig in kennis
wordt gesteld.
De heer LOONEN wil nog eens wijzen op het werk,
dat door verschillende hier ter stede gevestigde vereeni-
gingen, te dezer zake wordt gedaan. Hij gelooft wel, dat er
afwijkende gevallen zijn. De levensmiddelen zijn echter zeer
goedkoop te verkrijgen. Spr. meent, dat hier in het alge
meen geen honger wordt geleden.