248
13 FEBRUARI 1935.
de nood werkelijk hoog is, moeten belanghebbenden dit op
de een of andere wijze kenbaar maken. Ter zake staan tal
van wegen open, al zijn deze voor betrokkenen niet aange
naam. Op de noodige bescheidenheid kan worden gerekend.
Spr. wil nog wijzen op de spijzenkokerij, welke voor
treffelijk werkt op het werk, dat door particulieren, met
niet genoeg te loven medewerking van het R,K. Gasthuis,
wordt verricht. Het is Spr. opgevallen, dat in het begin
de toeloop niet zoo groot was als werd verwacht, zelfs kleiner
dan in het vorig jaar en het jaar daarvoor. In het algemeen
kan het er in deze gemeente dan ook nogal mee door. Op
den duur wordt men wel eens gedwongen het in deze te
respecteeren idee van eigenwaarde los te laten, als dat moet.
Wat op het gebied van hulp aan noodlijdenden in deze stad
wordt gedaan, is niet genoeg te loven men slaat soms van
be- en verwondering de handen in elkaar. Wanneer men
wijst op de geringe inkomsten, waardoor niet voldoende
levensmiddelen kunnen worden ingeslagen, dan wil Spr.
wijzen op het werk, dat op dit gebied door particuliere
vereenigingen wordt gedaan, n.l. het verleenen van aanvul
lenden steun. Eén van die particuliere vereenigingen b.v.,
het was de St. Vincentiusvereeniging, heeft het vorig jaar
meer dan 30.000.— besteed voor aanvullenden steun. Dan
zijn er nog andere, zooals de verschillende diaconiëen, de
St. Elisabethvereeniging, de Vereeniging Bredasche Armen
zorg, e. a., waarvan hij de cijfers momenteel niet weet. Ver
volgens resten nog de individueele ondersteuningen Spr.
is er van overtuigd, dat de totaal-cijfers bewondering zouden
afdwingen. Hij is overtuigd, dat voor een ieder wel een
weg is te vinden om kenbaar te maken, dat men te kort komt.
Voor een medemensch in nood kan men nooit genoeg doen,
maar men moet ook met het verstand rekening houden. Nog
maals geeft Spr. behoeftige personen in overweging, zich
bij de daarvoor in aanmerking komende instanties te melden.
Spr. vervolgt dan, dat hij niet begrijpt, hoe men zoo
zonder meer aan de bewering komt, dat de geneeskundige