13 FEBRUARI 1935.
249
dienst overbelast is. Spr. weet niet, uit welke bron de
heer Cohen zijn gegevens put het College van Burge
meester en Wethouders heeft rechtstreeks zijn inlichtingen
van den geneeskundigen dienst. Het is niet gebleken, dat
aan aanvragen om hulp niet kon worden voldaan. Men moet
niet vergeten, dat niet alles op èèn, maar op drie genees-
heeren neerkomt. Bovendien vergete men niet de hulp, welke
verleend wordt door de zusters van het „Wit-Gele Kruis",
onder leiding en toezicht van een geneesheer. Ook heeft
de Gemeente een verpleegster aangesteld die naast het ge
neeskundig schooltoezicht zoo noodig bij de verzorging van
armlastigen meehelpt. Van overbelasting is het College niets
gebleken Spr. zegt, dat de heer Cohen niet met cijfers,
maar met bewijzen moet komen, dat armlastigen niet vol
doende geholpen kunnen worden.
Betreffende de barakken, zegt Spr., zich een bezwaar
van enkele bewoners van de St. Ignatiusstraat te herinneren,
dat ter plaatse barakken zouden worden geplaatst. Op dat
moment was er echter van een overeenkomst geen sprake,
zooals nu. Spr vraagt zich af, wat er eigenlijk op tegen
is, dat op eigen grond goed geoutilleerde barakken worden
geplaatst. De heer Cohen zal ook kunnen begrijpen, dat
het gemeentebestuur als leek, op dit gebied niet zijn gang
kan gaan. Steeds wordt overleg gepleegd met den Inspec
teur van de Volksgezondheid in Noord-Brabant dat is ook
gebeurd met de overeenkomst i. z. de barakkenverpleging.
Ten slotte zegt Spr., dat meerdere gemeenten in West-
Noord-Brabant zijn uitgenoodigd om tot deze overeenkomst
toe te treden.
De algemeene beschouwingen over Hoofdstuk
IV zijn hiermede geëindigd.
De VOORZITTER schorst alsnu de vergadering tot den
volgenden dag, des namiddags te 2 uur.
De Secretaris, De Voorzitter,