14 FEBRUARI 1935.
255
„hebben bij de toelating der bebouwing antwoorden Burge
meester en Wethouders
,,De Bouwcommissie wordt in alle eenigszins belangrijke
„aangelegenheden gehoord. Medezeggenschap van deze com-
„missie bij de toelating der bebouwing ligt niet op haar weg.''
Ik zou naar aanleiding hiervan aan Burgemeester en Wet
houders de vraag willen stellen wordt de Bouwcom
missie voor den vorm gehoord Is 'deze commissie, voort
spruitende uit den Raad, er dan niet om mede advies uit
te brengen aan den Raad, dus om den Raad in de voorbe
reidende werkzaamheden te vertegenwoordigen In verband
hiermede vraag ik mij af Zou het dan zoo erg zijn, als aan
deze stem, voortkomende uit den Raad, meer waarde werd
toegekend door haar voortaan ook te kennen in de beoor
deeling van particuliere bouwplannen Ook is het een eerste
vereischte, dat de leden dier commissie niet misleid worden,
iets wat ik nog meer noodig acht dan het toekennen van
medezeggenschap bij de toelating der bebouwing. Dit is ook
hetgeen het betrokken lid met zijn vraag beoogt. Want wat
ziet men nu gebeuren? De Bouwcommissie mag een plan mede
beoordeelen, aan den Raad wordt voor de uitvoering van
dat plan toestemming gevraagd aan de hand van dezelfde
teekening, welke de Bouwcommissie is voorgelegd, en onder
overlegging van het advies dier commissie, doch nadien
wordt zoo'n plan zóó gewijzigd, dat men juist het tegen
overgestelde ziet gebeuren van hetgeen is geadviseerd. Het
is dus geen wonder, dat bij het betrokken lid de gedachte
opkomt Waarvoor al die besprekingen, dat verlet en
dikwijls ook die onaangenaamheden, terwijl advies der
commissie toch in den wind wordt geslagen Hij beklaagt
zich dus terecht over gebrek aan waardeering van de zijde
van het College van Burgemeester en Wethouders
Dan, Mijnheer de Voorzitter, wil ik nog even terugkomen
op het eerste gedeelte van diezelfde vraag in het Centraal-
Rapport, namelijk
„In alle afdeelingen merkt men op „In verband met het