258 14 FEBRUARI 1935. aanvragen, ontheffingen van artikel 15 der Bouwverordening enz. worden gehaald dit zou onpractisch zijn en het werk vertragen. Bovendien wordt zij, als de aanvragen om ont heffing van artikel 15 werkelijk van belang zijn, wél daarin gehoord. Dit is nog onlangs geschied bij een aanvrage van N.V. Bredasche Manufacturenhandel van Vroom en Drees- mann. Geen belangrijk plan wordt de Bouwcommissie ont houden, zelfs meer eenvoudige plannen worden aan haar oordeel onderworpen. De klacht van den heer Van Keep is dan ook ten eenenmale ongemotiveerd. Zooveel mogelijk zuinigheid te betrachten ten opzichte van het materiaal wordt den verschillenden diensten steeds op het hart gedrukt, maar Burgemeester en Wethouders kunnen, waar het kleinigheden betreft, niet voortdurend op de loer staan. De bestelling van groote hoeveelheden mate riaal staat evenwel onder voortdurend toezicht van Burge meester en Wethouders. Bij aanbesteding wordt behoudens een enkele uitzondering de levering geregeld aan den laag- sten inschrijver gegund Voor de bestratings- en rioleerings- werken aan den Ginnekenweg is o.a. voor alle materialen een aparte inschrijving gehouden. Men kan dus niet zeggen, dat er royaal met het materiaal wordt omgesprongen oc dat er maar wordt raak gekocht. De opmerking van den heer Van Keep kan derhalve slechts betrekking hebben op be trekkelijke kleinigheden. Het toezicht daarop moet men even wel aan de hoofden van dienst overlaten. Wat het toezicht van de Heide-Maatschappij op in werk verschaffing uit te voeren werken betreftherhaaldelijk is gebleken, dat dit toezicht uitstekend werkt. De opzichters van de Heide-Maatschappij staan veel onafhankelijker tegen over de tewerkgestelden dan het eigen personeel der Ge meente. De Minister verplicht ons bovendien tot controle vanwege de Heide-Maatschappij aanvaarden wij deze niet, dan krijgen wij geen subsidie op de werkverschaffing. Ten slotte nog iets over de toepassing van het roulee- ringssysteem. Iedere zes weken wordt er een andere ploeg

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 258