14 FEBRUARI 1935. 259 losse arbeiders in dienst genomen. Natuurlijk komen op den duur wel de zelfde menschen terug. Men kan het daarbij echter niet zóó ver drijven, dat iedereen, goed of minder goed, daarvoor in aanmerking komt het betreft hier geen werkverschaffing men moet volwaardige krachten hebben om economisch te kunnen werken. Hetzelfde geldt voor het aannemen van losse vaklieden. Er staan er niet zóó veel ter beschikking van den dienst men kan immers niet iedereen daarvoor gebruiken zij moeten behalve vakkennjs ook andere hoedanigheden bezitten, die hen geschikt maken voor het werk, dat vaak in woningen, scholen en andere gebouwen moet worden verricht. Aan de opmerking van den heer Van Houten zal niettemin nog de noodige aan dacht worden besteed. De VOORZITTER zegt, dat, voor zoover hij zich her inneren kan, de Bouwcommissie nimmer zoo dikwijls is ge hoord geworden als tegenwoordig. Nu vindt dit zijn oor zaak in de opheffing der Gezondheidscommissie, doch ook in de Bouwcommissie zelf, die blijk geeft zich zoozeer voor verschillende zaken te interesseeren. Dit verdient ongetwij feld waardeering. Iets anders is echter, dat de Bouwcom missie zich geen Schoonheidscommissie moet wanen zij is als zoodanig niet ingesteld en kan daarvoor ook niet dienen. De bewuste huizen aan de Generaal Van der Plaatstraat worden niet door ieder leelijk gevonden men moet ook anderen wat vrij laten in hun keus. Dat zij veelal niet in den smaak vallen, ligt vooral aan de plaats, waar zij staan een doelmatige beplanting zou hier veel goeds tot stand kunnen brengen. Aan den anderen kant moet men ook niet te veel aan den ouden bouwtrant vasthouden, waar het een nieuwe wijk betreft. Wèl zal getracht moeten worden daarin zooveel mogelijk harmonie te houden. Alles bijeen genomen behoeft hier geen reden te zijn voor berouw. De heer VAN KEEP wil nog opmerken, dat het woord

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 259