9 JANUARI 1935.
25
„salaris in elk geval volgens salarisverordening, (art 12
„lid 1 en 2 A R,)
„Personen boven de 21 jaar dienen dus te worden ge
salarieerd overeenkomstig de verordening.
„Nu kan zich echter meermalen het geval voordoen, dat
„een persoon, die als jongste bediende in dienst is genomen,
„en aldus een der beide of beide groepen 1 en 2, hierboven
„vermeld, heeft gepasseerd, op zijn 21ste jaar nog niet de
„capaciteiten of de diploma's heeft, die zijn vereischt om
„hem als vast of tijdelijk ambtenaar het salaris uit te kunnen
„betalen door de huidige salarisverordening gesteld. Het
„gevolg zal zijn, dat zoo iemand met zijn 21ste jaar wordt
„ontslagen, terwijl het voor hem en ook voor de gemeente
„van belang kan zijn, dat hij in dienst kan blijven tot hij
„zich met de noodige capaciteiten e d. heeft toegerust
„Ook kan het voorkomen, dat de gemeente voor vast
„in te stellen functies behoefte heeft aan vaste krachten,
„terwijl aan de functie r.iet zulke werkzaamheden zijn ver
bonden, dat deze het uitbetalen van een salaris als het
„minimum der huidige groepeering rechtvaardigen.
„Een geschikte oplossing voor dergelijke gevallen kan
„worden verkregen door invoeging in G.B. no. 303 van
„een nieuwe salarisgroep O.
„Het minimum van deze groep meenden wij te mogen
„stellen op f 900.Dit minimum blijft aldus boven het
„maximum van het salaris der jongste bedienden, dat wij
„ons voorstellen op f 70,per maand te bepalen. Een
„vloeiende overgang tusschen beide wordt aldus verkregen.
„Aansluitend aan de techniek der verordening zouden
„voor deze groep 2 eenjaarlijksche en 2 tweejaarlijksche
„verhoogingen kunnen gelden van f 75. waarmee een
„maximum van f 1200.wordt verkregen.
„De betiteling der functies, die in deze O-groep zouden zijn
„onder te brengen zou kunnen luiden typist, hulpschrijver
„en hulpteekenaar.
