14 FEBRUARI 1935. 261 geen spijt van zal hebben, dat men deze soort bebouwing heeft toegelaten de nieuwe buurt moet zich natuurlijk aan passend ontwikkelen. De heer BROOS, die vroeger ook deel heeft uitgemaakt van de Bouwcommissie, heeft destijds nimmer ervaren, wat de heer Van Keep beweert, namelijk dat de Bouwcom missie door Burgemeester en Wethouders wordt misleid. Wat Spr. wèl weet is, dat een groot plan, waarover de vorige Bouwcommissie zich reeds had uitgesproken, uit welwillend heid nog eens aan de huidige Bouwcommissie is voorgelegd geworden en dat de uitvoering van dat plan daardoor ten zeerste is vertraagd. De heer VAN HOUTEN merkt, tegenover hetgeen Wethouder Van Mierlo over de toepassing van het rouleeringssysteem heeft gezegd, op, dat hij wel weet, dat er bij degenen, die telkens weer in dienst worden genomen, onbekwamen zijn en dat bekwamen niet worden aange nomen. Ook komt Spr. op tegen de bewering van den heer Van M i er 1 o, dat er niet genoeg losse vaklieden beschik baar zouden zijn. Het is Spr. niet bekend, welke eischen men, behalve vakkennis, aan die lieden stelt, maar wèl weet hij, dat iemand, die wegens misbruik van sterken drank was ontslagen, eenige weken later bij Openbare Werken werd aangenomen en nu nog telkens in dienst genomen wordt. Het is geen wonder, dat anderen, die steeds worden gepasseerd, zich daaraan stooten. Spr, hoopt dan ook, dat er aan dergelijke toestanden een einde komt. later Wethouder VAN MIERLO zegt, dat Burgemeester en Wethouders en soms ook de directeur zich niet steeds kunnen bemoeien met het aannemen van los personeel dit geschiedt meestal in feite door de opzichters. Het geval, door den heer Van Houten genoemd, is Spr. niet be kend mogelijk weet men bij Openbare Werken ook

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 261