264 14 FEBRUARI 1935. De post wordt hierop goedgekeurd en vast gesteld. Volgnummer 5lm. Terugboeking algemeene onkosten Openbare Werken, De heer VISSER merkt op, dat men bij deze post een terugboeking aantreft voor 1933 van een bedrag, groot 109.039.93. Dit bewijst, dat de begrootingsposten door den dienst van Openbare Werken wel wat al te ruim om niet te zeggen slecht -worden geraamd. Ook volgt daar uit, dat de Raad zich over de bestemming van dat be drag niet heeft kunnen uitspreken het stond hem destijds niet ter beschikking. Dit valt te betreuren, want het be drag had anders wellicht voor een beter doel kunnen worden aangewend. Spr. begrijpt, dat men een eenigszins ruim be drag moet ramen, maar men behoort toch niet zóó ver over de schreef te gaan. Wethouder VAN BUITENEN antwoordt, dat met „al gemeene kosten" niets anders bedoeld is dan architectenloon en bedrijfskosten van Openbare Werken. Voor zoover die kosten te ramen zijn, gebeurt dit n.l. bij de diverse onder houdswerken, waarvoor thans is geraan d bijna 35000 maar verder worden zij bij begrootingswijziging door den Raad in den loop van het jaar aan de begrooting toege voegd, b.v. bij het voteeren van credieten voor verschillende werken. Het meer overboeken is dan ook een gevolg van meer kosten van kapitaalswerken o.a. bij het Grondbedrijf. De heer VISSER dankt den heer V anBuitenen voor diens toelichting. Spr. heeft het bedrag met verschil lende posten vergeleken, waarbij hem is gebleken, dat er inderdaad veel te hoog is geraamd. Het gaat er bij hem maar om, dat dit bedrag op die manier aan de bestem mingsvrijheid van den Raad is onttrokken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 264