268 14 FEBRUARI 1935. zal men op den duur toch daarin moeten voorzien, daag de taluds in een deplorabelen toestand verkeeren. Wethouder VAN MIERLO zegt, dat men zonder sub sidie van het Rijk beslist niet aan dat werk kan beginnen. De heer CRUL vraagt, of omtrent het al of niet bereid zijn van het Rijk om dit werk te subsidieeren informaties zijn ingewonnen. Wethouder VAN MIERLO antwoordt, dat Burgemeester en Wethouders uit ondervinding weten, dat tot heden voor een dergelijk werk over het algemeen geen Rijkssubsidie wordt gegeven. Zonder verdere opmerkingen wordt de post daarop goedgekeurd en vastgesteld. Volgnummer 469. Kosten van de gemeente-reiniging voor zoover niet vallende onder hoofdstuk XIII. De heer VAN DER VEN vraagt, naar aanleiding van de desbetreffende uitlating van Burgemeester en Wethou ders in hun Memorie van Antwoord, voor welke doeleinden het terrein der voormalige mestvaalt thans beschikbaar is. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wet houders zich daarover nog niet kunnen uitspreken de plannen daarvoor zijn nog niet rijp. Zonder verdere opmerkingen wordt de post daarop goedgekeurd en vastgesteld. Hoofdstuk VI wordt vervolgens in zijn geheel goedgekeurd en vastgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 268