14 FEBRUARI 1935. 269 Hoofdstuk Vil (Eigendommen, niet voor den openbaren dienst bestemd) wordt zonder eenige bedenking goedgekeurd en vastgesteld. Hoofdstuk VIII. Onderwijs, kunsten en wetenschappen. :5 De heer VISSER zegt het volgende Mijnheer de Voorzitter. De sport, als een edele ontspanning ter oefening en ver fraaiing van lichaam en geest, wordt nog maar al te dik wijls verlaagd tot een brute en eenzijdige concurrentie- jacht, waarbij sensatiezucht, ijdelheid en winstbejag op den voorgrond staan en de samenhang met de ontwikkeling van lichaam en geest op ander gebied uit 't oog wordt verloren. Niet zelden wordt daardoor slechts een minderwaardig kijkspel gegeven en daardoor duizenden van het zelf be oefenen der sport vervreemd. Niettemin moet erkend, dat er een streven is waar te nemen, hetwelk er op is gericht, de sport in betere banen te leiden, maar helaas vindt dat streven bij de overheid niet de steun, die het verdient, al zijn er lofwaardige uitzonderingen. Het komt mij voor, dat het de taak der gemeente is, ook op dit gebied naar vermogen mede te werken, de jeugd in haar levensuitingen op een hooger plan te brengen. Wat de gemeente Breda te dien aanzien presteert moet m.i. ah onvoldoende worden aangemerkt. Bij de behandeling der vorige begrooting werd dit door den Voorzitter van dezen Raad beaamd. De tijdsomstandigheden nopen ons, ernstig rekening te y houden met de gemeentefinancien en het is dan ook geens zins mijn bedoeling thans aan te dringen op het brengen van financiëele offers. Anderzijds moge ik hier met eenigen nadruk er op wijzen, dat de tijd aan lichamelijke opvoeding besteed, geen verloren tijd is. Dit deel van de volksop voeding mag dan ook aanspraak maken op aanhoudende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 269