272
14 FEBRUARI 1935.
De heer VISSER zegt, dat sport en politiek verschillende
zaken zijn. Zijns inziens moet sport neutraal zijn. Elders
bestaat er geen scheiding in sport naar het geloof hier wel.
Spr. zal daar echter niet op doorgaan. Het gaat bij hem
om de zaak zelf en daarom wil het hem voorkomen, dat
hier door de sportvereenigingen van verschillende richting
beter kan worden samengewerkt dan tot dusver geschiedt.
Spr. wenscht daarom geen commissie van onderzoek,
maar een commissie van samenwerking, waarbij men
de ouders van de sportlievende jeugd niet zal moeten uit
schakelen. Om dit te bereiken, lijkt het hem beter eerst
een commissie ad hoc in te stellen, die met de vereenigingen
zal hebben te overleggen, wat op dit gebied tot stand kan
worden gebracht.
Wethouder BRANTJES merkt op, dat indertijd al eens
wat gedaan is in dien geest en wel op initiatief van de
Koninklijke Nederlandsche Athletiek-Vereeniging. Spr. heeft
zelf in de commissie zitting gehad, waarin vertegenwoor
digd waren de Arbeiders-Sportbond, de Christelijke en de
R.K. Sportbond. Men heeft toen getracht tot een gezamen
lijke actie te komen, doch die poging is op niets uitgeloopen.
Het komt hem beter voor, zich te verstaan met de Koninklijke
Nederlandsche Gymnastiek Vereeniging daarin zitten des
kundigen op sportgebied met veel ervaring.
Wethouder VAN MIERLO De heer Visser heeft wel
beweerd, dat z.i., sport neutraal moet zijn, maar ik meen
toch, dat er zooiets als een Socialistische Sportbond be
staat.
De heer VISSER spreekt dat tegen. Er bestaat wèl een
Arbeiders-Sportbond, welke is opgericht als een gevolg van
hetgeen er tot dusver aan vereenigingen op sportgebied
bestond. Genoemde bond is evenwel toegankelijk voor ieder
arbeider, van welke politieke richting hij ook is.