14 FEBRUARI 1935.
273
Van hetgeen de heer Bran tj es heeft medegedeeld,
wist Spr. niets af. Hij juicht het denkbeeld van den heer
Brantjes van ganscher harte toe en hoopt, dat men daarvan
goede resultaten zal beleven.
De VOORZITTER merkt nog op, dat er op sportgebied
nog eenige verwarring heerscht in Breda. Het zal daarom
vrij moeilijk zijn langs commissorialen weg tot resultaat te
komen. Spr. zou liever zien, dat het initiatief in deze van
de sportvereenigingen zelf uitging dan dat de Gemeente die
eenheid tot stand moet brengen. Het lijkt hem daarom beter,
alvorens verdere stappen te doen, eens af te wachten, wat
dit debat zal uitwerken.
Daarop wordt overgegaan tot artikelsgewijze
behandeling van dit hoofdstuk.
Volgnummer 694. Subsidiën aan schouwburgen of muziek
korpsen.
De heer MEIJVIS wil een enkel woord zeggen naar aan
leiding van de voorwaarde, welke sinds verleden jaar wordt
gesteld voor het geven van gesubsidieerde concerten op de
Groote Markt, namelijk de eisch, dat aan het einde van
ieder concert het „Wilhelmus" wordt gespeeld. Spr. en
zijn fractiegenooten hopen, dat het Gemeentebestuur dien
eisch zal laten varen. Het gaat, volgens Spr. niet aan,
socialistische muziekvereenigingen daartoe te verplichten,
nadat men jarenlang de socialisten met dat lied heeft ge
sard en bespot. Bezwaren tegen het spelen van het volks
lied als zoodanig, zijn er in principe niet, maar de manier,
waarop men tot het spelen van dat lied wordt gedwongen,
is niet juist. In andere gemeenten stelt men een dergelijken
eisch niet. Waarom moet Breda dan op dit gebied een uit
zondering maken Spr. verzoekt dien eisch voorloopig in
te trekken. Aan muziekvereenigingen van buiten de stad